Social Finance NL, onze partner met wie we de podcast Money Matters maken, heeft in aanloop naar Prinsjesdag een nieuw rapport over Resultaatfinanciering gepresenteerd. We spreken Ruben Koekoek, host van Money Matters en managing director van Social Finance NL over wat resultaatfinanciering inhoudt en wat het instrument kan betekenen voor overheden.
Op 9 september werd het rapport over 10 jaar resultaatfinanciering middels Social Impact Bonds in Nederland gepresenteerd. Dat is een hele mond vol. Kun je uitleggen wat Social Impact Bonds zijn en wat er bedoeld wordt met resultaatfinanciering?
We betalen als overheid miljarden per jaar om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Bijvoorbeeld trajecten om mensen die werkloos zijn aan een baan te helpen, of gedetineerden weer goed op weg te helpen in de maatschappij. We betalen daarbij eigenlijk altijd voor de inspanning, dus we geven een subsidie of een opdracht en dan gaat iemand aan de slag. Dit noemen we taakfinanciering.
Maar we kijken niet goed naar wat het eigenlijk oplevert. Met resultaatfinanciering betaal je voor het resultaat. Dus in het geval van werklozen, betaal je niet voor het uitvoeren van de cursus, maar pas wanneer degene die de cursus heeft gevolgd ook daarna daadwerkelijk een baan vindt.
Je hebt bij deze manier van financieren wel te maken met een bepaald risico. Partijen die de cursus voor werklozen uitvoeren, kunnen niet pas betaald krijgen als de cursus het gewenste resultaat laat zien.
Daarom wordt er vaak een investeerder bij betrokken die het risico opvangt. De investeerder financiert vooraf dat project en achteraf betaalt de overheid de investeerder terug met rendement, als er resultaat is geboekt. Deze voorfinanciering met privaat geld noemen we een Social Impact Bond.
De toekomst van Resultaatfinanciering
Toch worden veel projecten nog steeds gefinancierd via taakfinanciering. Waarom is dat zo?
Taakfinanciering is veel makkelijker. Stel, je bent wethouder of minister, dan haal je de krant als je een groot budget vrijgeeft om werkloosheid tegen te gaan. En dan ben je klaar. Dat is lekker makkelijk.
Maar als je echt op resultaat wil sturen dan moet je eerst heel duidelijk definiëren wat die resultaten moeten zijn, wanneer je bereid bent om daarvoor te betalen en je moet een goed meetinstrument hebben om te meten wanneer je succesvol bent. Dan kijk je achteraf of het ook echt een succes was. Dit kan soms zelfs jaren later zijn. Dat maakt je kwetsbaar, want dan kan je ook tot de conclusie komen dat er juist niet meer mensen aan een baan zijn geholpen.
Uit het rapport blijkt dat gebruik van resultaatfinanciering kan leiden tot betere resultaten voor de doelgroep. Over welke doelgroepen hebben we het en waarom is dat zo?
De doelgroep en het doel kunnen heel verschillend zijn. Dit kan onder andere gaan over mensen die in de bijstand zitten en geholpen willen worden aan een baan, of over gedetineerden die op een goede manier weer willen re-integreren in de maatschappij. Dus die doelgroepen variëren heel erg. Je kunt het instrument inzetten voor verschillende problemen en doelgroepen die geholpen willen worden met een bepaald probleem.
Ook maakt dit instrument overheidsbeleid efficiënter en effectiever volgens het rapport, hoe werkt dat?
Als je resultaatfinanciering inzet, dan dwing je jezelf om duidelijk de doelen te formuleren, hoe je denkt die doelen te bereiken en hoe je het gaat meten. Dus je kan niet zomaar een subsidie geven zonder dat je eerst hebt nagedacht over wat je gaat bereiken en hoe je het gaat bereiken.
Als je goed gemeten hebt, dan weet je de volgende keer wat wel en niet werkt en kun je je geld beter inzetten. Dat maakt dat je veel effectiever en resultaatgerichter werkt.
Maar het rapport zegt ook dat het nog altijd een niche-instrument is voor de overheid. Waarom is dat zo en hoe kan dit veranderen?
Een aantal redenen: allereerst werken overheidsfinanciën niet zo. Ieder jaar wordt er een budget apart gezet en dat geld moet er dan ook dat jaar uit. Terwijl resultaatfinanciering juist voor langere termijn een verplichting aan de overheid geeft om voor resultaten te betalen. Maar dat is heel moeilijk om in je jaarbudget mee te nemen, zeker als het om grotere bedragen gaat.
De tweede reden is dat we merken dat veel politici en misschien ook ambtenaren het helemaal niet zo leuk vinden om doelen te stellen waar ze later op afgerekend kunnen worden.
Het is vaak meer opportuun om het een beetje vaag te houden, zodat je wel kan scoren met een bepaalde subsidie die je beschikbaar stelt, maar je er niet op afgerekend wordt als die subsidie niet de beoogde resultaten realiseert.
Daarnaast is er juist de Haagse afrekencultuur. Je wordt erop afgerekend als iets niet lukt. Terwijl het eigenlijk een kwestie is van vallen en opstaan. Als je iets nieuws probeert, wil innoveren, dan is de kans groot dat het niet gaat zoals je het van tevoren had bedacht.
En als je daar maar genoeg van leert, kan je steeds betere projecten starten die dan wel werken. Dus wij pleiten er ook voor om niet af te rekenen, maar juist open te staan voor resultaten en daarvan te leren, zodat je als overheid steeds effectiever kan opereren.
Met deze nieuwe werkwijze is er nog steeds risico voor investeerders, maar het instrument kan ook leiden tot meer succes. Kun je uitleggen hoe dit werkt?
Als een project niet lukt, dan betaalt de overheid ook niet. We zijn hier heel transparant in en alle betrokken investeerders weten ook dat er een risico aan hangt. De investeerders maken een risicoanalyse en op basis daarvan investeren ze wel of niet.
Uiteraard worden investeerders ook beloond als het wel lukt. Dan krijgen ze hun investering terug mét rendement. Het goede hieraan is dat het risico meer bespreekbaar wordt en de kosten en baten veel beter ingeschat kunnen worden.
De projecten zijn vaak veel succesvoller omdat er tijdens het project veel bijgestuurd wordt. Als de eerste resultaten tegenvallen ligt er al best wel wat druk op de uitvoerders om de resultaten te verbeteren. Want anders zijn de investeerders hun geld kwijt. Dus als het goed is, zorgt dit instrument ervoor dat je continu kijkt hoe je het beste het geld kunt inzetten, in plaats van dat er domweg een subsidie gegeven wordt.
En dan is er nog een nieuwtje: inmiddels is het nieuwe seizoen van de Money Matters podcast weer van start gegaan. Kun je iets vertellen over het thema of thema’s van dit seizoen? Wat en wie kunnen we verwachten?
De eerste aflevering staat inderdaad al live, dus we zitten er lekker in. Het is een nieuwspodcast, daarom kan ik over de inhoud nog niet veel kwijt. Money Matters gaat over de impact achter het nieuws. We bespreken nieuwsitems die een bepaalde impact hebben en wat die impact op de maatschappij is, maar we brengen ook nieuwtjes uit de impacteconomie.
De eerste aflevering gaat bijvoorbeeld over de Olympische Spelen en de vraag of deze een positieve of negatieve impact hebben. We bespreken de duurzaamheid ervan, maar ook hoe de sociaal ondernemers betrokken werden bij de spelen in Parijs.
Ook bespreken we de eerste sociaal ondernemer die premier is geworden. Muhammad Yunus heeft Grameen bank opgericht, een microfinancieringsbank, en nu is hij premier van Bangladesh geworden. Wij leggen uit hoe dat zo is gekomen.
Met in dit artikel
Ontdek meer
Money Matters – Muhammad Yunus: Van Sociaal Ondernemer naar Premier
In de eerste aflevering van het nieuwe seizoen bespreken Ruben en Björn hoe Muhammad Yunus, sociaal ondernemer en winnaar van de Nobelprijs van de Vrede, de interim-premier van Bangladesh werd.
Lees het rapport over Resultaatfinanciering
In dit rapport kijken we terug op tien jaar resultaatfinanciering in Nederland, met een focus op Social Impact Bonds (SIB’s), en onderzoeken we de best practices in andere landen. Hieruit trekken we conclusies of en op welke manier resultaatfinanciering verankerd moet worden in beleid.