Idealistische ondernemers zijn hard nodig, maar een bedrijf runnen met als achterliggend doel de wereld een stukje beter willen maken is niet makkelijk. Wetgeving, financiering, een verdienmodel rond zien te krijgen, het zijn allemaal uitdagingen waar deze ondernemers tegenaan lopen. We vragen ze naar hun ‘hero’s journey’ in Impact Heroes.

In deze aflevering gaan we in gesprek met Stef Traa van Droppie. Droppie maakt circulair leven makkelijker. Met de app en fysieke recyclepunten bieden ze een one-stop-shop voor consumentenrecycling. Hier kunnen mensen plastic, textiel, e-waste, frituurvet en meer inleveren. De app geeft advies over afvalscheiding en beloont gebruikers voor hun inspanningen. Zo verkleint Droppie de afvalstroom en transformeert consumentenafval in waardevolle grondstoffen.

Roep naar avontuur

Ik ben Stef Traa, co-founder van Droppie, samen met Natascha Hermsen. Met Droppie willen we recycling toegankelijk maken en er een eerlijke waarde aan hangen. Bij Droppie krijgen mensen heldere instructies over wat ze kunnen inleveren, ontvangen ze directe feedback op hun recyclegedrag, en kunnen ze een financiële beloning verdienen of het bedrag doneren aan een goed doel. Dat werkt: ons plastic is schoner, de kwaliteit van het ingezamelde materiaal verbetert en steeds meer mensen sluiten zich aan. Inmiddels hebben we ruim 7500 gebruikers, waarvan er 2500 wekelijks terugkomen.

De reden dat we Droppie zijn gestart, begon bij een frustratie die ik dagelijks tegenkwam in mijn eigen buurt, Amsterdam West: bijplaatsing. Mensen zetten afval naast de container omdat ze denken dat die vol zit of niet weten waar het naartoe moet. Ik wilde daar iets aan doen.

Stef Traa tijdens Circulair Succes: Duurzaam Geld voor Circulaire Ondernemers

Toen ik Natascha ontmoette, kreeg mijn missie een nog bredere context. Zij is chemicus vanuit haar studie en kijkt naar het afvalprobleem vanuit grondstoffenschaarste. We hebben nu genoeg grondstoffen om nooit meer nieuw plastic te hoeven maken, maar toch kiezen we ervoor om een groot deel van die grondstoffen te verbranden of te storten, waardoor ze verloren gaan. Daarnaast vertelde ze me een verhaal over goud: wereldwijd is zo’n 13 tot 14% van de totale goudvoorraad simpelweg verdwenen, ergens gestort of verloren gegaan in het moederbord van oude telefoons die niet goed gerecycled zijn. Dat vond ik een schrijnende gedachte. Want als dit met goud gebeurt, wat betekent dat dan voor andere waardevolle materialen?

Ik vond dat we een manier moesten verzinnen om dit probleem tastbaarder te maken voor consumenten. We besloten in actie te komen en startten bij AMS (Advanced Metropolitan Solutions), waar de gemeente Amsterdam samenwerkt met universiteiten, zoals Wageningen, TU Delft en MIT. Daar onderzochten we hoe consumenten omgaan met afval en recyclen. We besloten consumenten te interviewen over wat ze wel en niet doen op het gebied van recyclen. Al snel werd duidelijk dat het huidige recyclesysteem voor veel mensen te ingewikkeld is. Gemeentelijke richtlijnen zijn onduidelijk, en je moet al snel naar meerdere locaties verspreid over de stad om verschillende soorten afval in te leveren. En wie het goed doet, krijgt daar geen erkenning of beloning voor.

Daarom bouwen we met Droppie aan een platform waar recycling logisch én lonend wordt. Door middel van onze app en fysieke recyclepunten willen we een one-stop-shop zijn voor consumentenrecycling. Een plek waar je terecht kan met plastic, textiel, e-waste, frituurvet, statiegeld items en nog veel meer. En het werkt: vaak hebben mensen die hun statiegeld bij ons inleveren, eigenlijk een statiegeldmachine dichter bij huis. Toch kiezen ze voor Droppie, omdat ze het een fijne locatie vinden, nooit hoeven te wachten of simpelweg omdat ze hier een vergoeding krijgen voor meer materialen dan alleen de statiegelditems. Dat laat zien dat mensen best bereid zijn om een stap extra te zetten, als je het maar makkelijk en aantrekkelijk maakt.

Het vooroordeel van winstmaximalisatie

Bij Droppie zijn we een full-profit onderneming. We willen laten zien dat we circulariteit op een winstgevende manier kunnen inzetten. Dat is geen kwestie van hebzucht, maar van haalbaarheid. Als we echt impact willen maken en opschalen, moet het model zichzelf kunnen dragen.

Wij laten zien dat goed ingezameld materiaal meer waard is. Plastic dat schoon wordt ingeleverd, levert een hogere opbrengst op voor de verwerker. E-Waste wordt waardevoller als je de waardevolle metalen eruit haalt in plaats van alles op een hoop te gooien. Op al deze manieren zorgen we ervoor dat hergebruik of hoogwaardige recycling de standaard wordt, in plaats van verbranding of storten.

Momenteel zitten we in de groeifase. We zijn in juli 2024 begonnen met onze eerste locatie, inmiddels hebben we er vier: in Amsterdam en Utrecht. Ons doel is om eind dit jaar 15 tot 20 locaties in Nederland te hebben. Dat bereik je niet zonder een gezond verdienmodel. Winst maken is voor ons geen doel op zich, maar een middel om structurele verandering te realiseren. En als we laten zien dat dit op grote schaal werkt, kunnen we écht iets betekenen voor de circulaire economie.

De obstakels en uitdagingen

Een jaar geleden kwamen we op het idee om een fysieke winkel te openen. In het begin waren veel organisaties sceptisch. We hadden al het idee voor een app en wilden samen met grote retailers gaan werken, maar we merkten al snel dat er veel onduidelijkheid was over hoe die inzameling precies moest gebeuren. Niemand had een pasklaar antwoord. Dus besloten we het zelf op te lossen met de Droppie Recyclewinkel. In de kern is het een ‘waste lab’: een plek waar we testen welke inzamelmethoden werken, hoe we consumenten het beste kunnen begeleiden en hoe we de communicatie rondom recycling kunnen verbeteren.

Toen we aankondigden dat we echt een winkel gingen openen, veranderde de houding van veel partners. Ineens was het geen abstract idee meer, maar een concreet plan. Zo zijn we bijvoorbeeld de enige locatie in Amsterdam waar je gebruikte plastic verpakkingen kunt inleveren, iets wat we samen met Verpact hebben opgezet. We zijn gewend om dingen uit te proberen, te testen en bij te sturen. Innovatie betekent risico’s nemen en experimenteren, en dat is precies wat we bij Droppie doen.

Stef Traa, co-founder van Droppie

We zijn nu pas een half jaar open en in die korte tijd hebben we bijna achtduizend gebruikers verzameld in onze app. Dat laat zien dat er veel animo is voor Droppie en dat mensen echt behoefte hebben aan een toegankelijke manier om beter te recyclen en graag een steentje bijdragen. Maar tegelijkertijd opereren we in een industrie die volledig draait om volume en waar gedacht wordt vanuit de keten, niet vanuit de consument. Dat is een uitdaging.

Op dit moment is (plastic) verpakkingsmateriaal een van onze belangrijkste pijlers. We willen laten zien dat we hierin grote stappen kunnen zetten en dat deze stroom ook in de toekomst waardevol blijft. Hoewel de totale volumes nog beperkt zijn, hebben we materialen van hoge kwaliteit met minder dan 1% vervuiling. Ons materiaal is nu al vele malen schoner en beter gesorteerd dan bij traditionele inzameling. De volgende stap is om deze kwaliteit op grote schaal te waarborgen.

De bondgenoten

Mijn belangrijkste bondgenoot in dit avontuur is natuurlijk Natascha Hermsen. Na twintig jaar bij Deloitte als Innovation Director besloot zij het roer om te gooien. Ze wilde niet langer alleen van een afstand adviseren, maar echt met haar voeten in de modder staan. Dat bracht haar bij circulair meubelmaken. We ontmoetten elkaar ongeveer anderhalf jaar geleden, allebei waren we op zoek naar een oplossing voor het huidige grondstoffenprobleem. Vanaf dat moment vielen alle puzzelstukjes op hun plek en zo ontstond Droppie.

Droppie Team

Intussen is ons team flink gegroeid. We hebben nu 12 fulltime werknemers in dienst, waaronder een Research & Pilotmanager, een Community Lead, development team en Data-scientist. Veel van hen zijn begonnen in onze winkel en zijn doorgegroeid in de organisatie. Dat is precies wat we willen: mensen de kans geven om mee te bouwen aan deze beweging. Daarnaast hebben we nog zo’n vijftien parttimers die op de inleverpunten werken en het directe contact met de consument onderhouden.

Maar Droppie bouwen we niet alleen. We zijn onderdeel van een ecosysteem en werken samen met verschillende partners, waaronder Verpact, Statiegeld Nederland en Stichting Open, AMS Institute en de gemeentes Amsterdam en Utrecht. Daarnaast hebben we sterke samenwerkingen met Tikkie van ABN AMRO en TOMRA, de producent van een van onze inzamelmachines. En zo blijven we onderweg steeds nieuwe bondgenoten vinden die ons helpen om van Droppie een succes te maken.

De geleerde lessen

Toen we begonnen met Droppie, hadden we bepaalde verwachtingen over de hoeveelheden en soorten materialen die we zouden inzamelen. Maar de praktijk bleek toch anders. Zo zien we veel meer telefoons en andere datadragers dan we hadden verwacht. En het aantal gebruikers dat zich bij ons aansluit, groeit sneller dan we hadden voorzien. Dat is natuurlijk een mooie verrassing, maar het brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee.

Gelukkig hebben we een aantal mentoren die ons helpen. Zij hebben ervaring met het opzetten van dit soort trajecten en hebben ons waardevol advies gegeven. Een van de belangrijkste lessen die we van hen hebben geleerd, is dat ons concept simpel en begrijpelijk moet zijn voor iedereen. Dat klinkt logisch, maar in de praktijk is het een uitdaging. We willen mensen inspireren en activeren om beter te recyclen, zonder dat ze daar een ingewikkelde handleiding voor nodig hebben. Die inzichten hebben ons geholpen om Droppie op een heldere en laagdrempelige manier neer te zetten.

Elke nieuwe locatie die we openen, voelt als een overwinning. Dit jaar willen we doorgroeien naar 15 locaties in Nederland. Als dat lukt, zou dat een enorme mijlpaal zijn. Maar eigenlijk is elke ‘Drop’ een overwinning. Elke keer dat iemand iets bij ons inlevert in plaats van het weg te gooien, dragen we samen bij aan een circulaire economie. In ons eerste half jaar zijn al meer dan 20.000 mensen naar onze locaties gekomen om hun materiaal in te leveren. Dat is een gigantisch aantal en het laat zien dat we op de goede weg zijn.

Wat ons ook heeft verrast, is het aantal ‘professionele’ inzamelaars. Dit zijn mensen die grote volumes statiegeldflessen brengen of regelmatig apparaten van de straat ‘redden’ en bij ons inleveren. Dat is een soort bijvangst waar we ontzettend blij mee zijn, want zij helpen mee om nog meer materiaal een tweede leven te geven.

Waar ik echt van schrok, is de enorme hoeveelheid textiel die binnenkomt. Als je die stapels op onze rolcontainers ziet liggen, besef je pas hoe veel we als samenleving consumeren. Er is zoveel materiaal in omloop dat verloren gaat, terwijl het prima opnieuw gebruikt zou kunnen worden. Textiel is daar een goed voorbeeld van, maar hetzelfde geldt voor plastic verpakkingen. Neem een simpel hummusbakje: als je dat bij het restafval gooit, wordt het in het huidige systeem nooit meer een nieuw hummusbakje. Zelfs als het uit het afval wordt gehaald, mag het niet meer als grondstof voor voedselverpakkingen dienen. Dat terwijl datzelfde bakje, als het schoon wordt ingeleverd, wel 10 tot 15 keer gerecycled kan worden.

In Amsterdam gaat plastic normaal gesproken met het restafval mee naar de AEB-scheidingsinstallatie. Het plastic dat wél wordt gescheiden, kan vaak niet meer een voedselverpakking worden ingezet omdat het vervuilt is. Het wordt dan niet geREcycled maar slechts geDOWNcycled.

Wij doen het anders. Omdat consumenten bij ons schone materialen inleveren, kunnen we ze wél recyclen tot nieuwe voedselverpakkingen. Door deze schone inzameling voorkomen we onnodige tussenstappen en maken we recycling efficiënter. Onze visie is duidelijk: we willen een systeem waarin al het waardevolle plastic opnieuw wordt ingezet, in plaats van verbrand.

Het uiteindelijke doel

Het doel is dat iedere gebruiker die hier binnenkomt zijn verpakkingen inlevert. Als je dat doet op 15 locaties, dan ontstaat er een serieuze stroom. Dan kun je spreken van City Plastics, of Droppie Plastics, en dat kan rechtstreeks naar een verwerker gestuurd worden zonder dat er een ingewikkelde logistieke keten nodig is. En voor andere materialen is dat eigenlijk hetzelfde verhaal. Dat is onze toekomstvisie: We willen voor iedere materiaalstroom een zo schoon mogelijke aanvoer realiseren, zodat de verwerker het optimaal kan hergebruiken of recyclen.

De opening van een nieuw recyclepunt

Voor het einde van dit jaar zijn we actief in de vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag. We zijn nu net open in Utrecht, dus dat is een mooie tweede stap. We hopen op deze manier vooral in de Randstad waarde toe te voegen, maar uiteindelijk willen we natuurlijk heel Nederland bedienen.

Daarnaast hebben we het innamesysteem volledig geautomatiseerd: dat wil zeggen dat de consument binnenkomt en gebruikmaakt van een volledig selfservicepunt met beeldherkenning. We gaan de hele gebruikservaring digitaliseren. Daarnaast willen we nauwer samenwerken met meerdere merken. Zo zijn we in gesprek met telecombedrijven over het terughalen van routers en verkennen we de mogelijkheden om verpakkingen direct bij de verwerker terug te brengen. Als een merkproducent bijvoorbeeld altijd hetzelfde type plastic gebruikt, dan is het makkelijker om dit opnieuw in te zetten.

Het advies voor de nieuwe impactondernemer

Het wiel niet opnieuw uitvinden is misschien wat kort door de bocht, maar samenwerken is cruciaal. We willen een probleem oplossen voor consumenten, maar tegelijkertijd ook voor onze partners. Die samenwerking opzoeken is van groot belang.

Bijna alles binnen circulariteit en duurzaamheid gebeurt in een keten. Er zijn weinig circulaire initiatieven die op zichzelf staan. Mijn advies is dan ook: bouw verder op een bestaande keten of ga de verbinding aan. Ik denk dat bijna iedere impactondernemer dit zegt, maar uiteindelijk is het waar: je kunt het niet alleen. Droppie is nu een inzamelpartij, maar we willen in de toekomst een circulair merk worden. Voor nu draait alles om samenwerken binnen bestaande ketens, en dat geeft ons de startkracht die we nodig hebben.